De tak Gerardus Koekkoek

Inleiding
Gerardus Koekkoek was de derde huwende zoon van Berend Koekkoek en Sophie van Berkum. Hij trouwde in 1804 met Hermina Timmer. Zij kregen 2 dochters en vier zonen, van wie er een jong gestorven is.
De oudste zoon Johannes trok naar Laren en hij werd de betovergrootvader van de Koekkoeks in Laren (N-H) en Amsterdam (zie deel 11 en 12).
Van deze Johannes is een persoonsbeschrijving opgenomen in deze paragraaf, achter de genealogie.
De tweede zoon, Henricus, vestigde zich als boerenknecht in Voorst en is de betovergrootvader van de Koekkoeks in Loenen die in breder familieverband ook aangeduid worden als “die van bakker Koekkoek” (zie deel 13).
Van de derde zoon, Fredericus, en diens nakomelingen weten we jammer genoeg niet meer dan de genealogische gegevens.

Genealogie
Vg. Gerardus Koekkoek, ged. Vaassen 13 dec. 1774, dagl., overl. Epe 6 feb. 1845, tr. R.K. Vaassen 9 feb. 1804 Hermina (Hendriks) Timmer, ged. Vaassen 8 april 1777, overl. Epe 18 aug. 1842, dr. van Hendrik Timmer en Hendrika Ankersmit.

Uit dit huwelijk:
1. Bernardina, ged. Vaassen 6 jan. 1805, overl. Zuuk 5 nov. 1834, tr. Epe 27 okt. 1827 Joannes Bourgondie, ged. Vaassen 11 sep. 1803, zn. van Evert Bourgondie en Gijsberta Vosselman.
2. Hendricus, ged. Vaassen 22 mrt. 1806.
3. Joannes, volgt VIk.
4. Henricus, volgt VI.l.
5. Fredericus, volgt VIm.
6. Hendrika, geb. Ede 5 juni 1821, overl. Epe 2 mei 1896, tr. Epe 27 april 1861 Gerhardus Kelderman, geb. Epe 24 okt. 1833, schoenmaker, zn. van Gerrit Kelderman en Johanna Kriewel.

VI.k. Johannes Koekkoek, geb. Vaassen 15 jan. 1808, wagenmaker, overl. Laren NH 4 jan. 1871, tr. Laren NH 1 juli 1841 Johanna Kaps Tijlleman, geb. Apeldoorn 23 feb. 1814, overl. Laren NH 5 sep. 1871, dr. van Klaas Kaps Tijlleman en Frederika Jansen.

Uit dit huwelijk:
1. Hermanis Bernardus, volgt VIIk.
2. Frederica, geb. Laren NH 3 maart 1845, overl. ald. vóór 11 aug. 1848.
3. Gerardus, geb. Laren NH 5 feb. 1847, overl. ald. vóór 12 jan. 1850.
4. Frederica, geb. Laren NH 11 aug. 1848, overl. ald. vóór 29 mei 1853.
5. Gerardus, volgt VII.l.
6. Nicolaas, volgt VIIm.
7. Frederica, geb. Laren NH 29 mei 1853, overl. Amsterdam 1922, ongeh.
8. Johannes, geb. Laren NH 26 nov. 1854, aannemer, overl. Voorschoten 20 maart. 1939, ongeh.
9. Franciscus, volgt VIIn.

VIIk. Hermanis Bernardus Koekkoek, geb. Laren NH 13 nov. 1842, wagenmaker, overl. Ouder-Amstel 7 juni 1898 tr. Ouder-Amstel 3 mei 1871 IJda Smit geb. Ouder-Amstel 17 oktober 1833, overl. 26 januari 1910, dr. van Hannes Smit en Jacomijntje (Wilhelmina, Willemijntje) Dorresteijn.

Uit dit huwelijk:
1. Johanna Wilhelmina, geb. Ouder-Amstel mei 1872, overl. Ouder-Amstel
30 oktober 1872.
2. Johannes Jacobus, geb. Ouder-Amstel oktober 1873, overl. Ouder-Amstel
8 februari 1874
3. Wilhelmina Johanna, geb. Ouder-Amstel 26 feb. 1875, overl. Laren NH 30 maart 1943, ongeh.


VII.l. Gerardus Koekkoek, geb. Laren NH 12 jan. 1850, wagenmaker, overl. Laren NH 10 nov. 1905, tr. ald. 17 okt. 1876 Johanna Majoor, geb. Laren NH 4 jan. 1848, overl. ald. 29 maart 1910, dr. van Cornelis Jacobus Majoor en Wilhelmina T. van den Brink.

Uit dit huwelijk:
1. Johannes Gerardus, volgt VIIIn. (Zie hoofdstuk 19)
2. Wilhelmina, geb. Laren NH 1878, jong overl.
3. Cornelis, geb. Laren NH 1881, jong overl.

VIIm. Nicolaas Koekkoek, geb. Laren (NH) 15 aug. 1851, wagenmaker, overl. Amsterdam 19 aug. 1930, tr. ald. Anna Maria Pouw, geb. Mijdrecht 26 maart 1865, overl. Amsterdam 3 dec. 1923.

Uit dit huwelijk o.a.:
1. Johannes (Jan), geen gegevens bekend. Slager te Amsterdam.
2. Cornelia Johanna, geb. Nieuwer Amstel 15 juni 1888, overl. Gilpen 19 juli 1954, tr. Haskerland (Joure) 10 juni 1909 Hermanus Bosma, geb. Joure 29 mei 1874, winkelier, zn. van Jan Harmens Bosma en Yda Dirks Monsma.
3. Gijsbertus, volgt VIIIo. (Zie hoofdstuk 20)
4. Johan, geb. Nieuwer-Amstel 25 juli 1893, stucadoor, overl. Amsterdam 27 maart 1968, tr. ald. 4 mei 1922 Christina Cornelia Schaap, geb. Nieuwer-Amstel 5 aug. 1894.
5. Hendrikus, geen gegevens van bekend.
6. Nicolaas Antonius Joseph, volgt VIIIp. (Zie hoofdstuk 20)
7. Cornelis. Hij heeft een poos in Indië gewoond en is later verhuisd naar Wormerveer. (Informatie werd aangeleverd door A.J. Sukel)

VIIn. Franciscus Koekkoek, geb. Laren NH 10 sept. 1856, overl. ‘s-Gravenhage 22 maart 1896, tr. Utrecht Lena de Kruif geb. Vianen 26 juni 1857, overl. Delft 17 juli 1902. dr. van Johannes de Kruif en Maria Engelhart.

Uit dit huwelijk:
1. Johanna Maria, geb. Utrecht 10 maart 1887, overl. ‘s-Gravenhage 19 april 1896,
2. Maria Johanna, geb. ‘s-Gravenhage 30 juli 1889, ov. Delft 22 maart 1906.
3. Lena, geb. ‘s-Gravenhage 17 maart 1892, overl. ald. 17 mei 1895.
4. Doodgeboren kind, ‘s-Gravenhage 30 juli 1895.

VI l. Henricus Koekkoek, ged. Vaassen 29 sept. 1810, boerenknecht, overl. Voorst 11 april 1878, tr. Voorst 26 feb. 1838 Maria Alferink, geb. Wilp 1812, dr. van Willem Alferink en Teuntje Peters.
De nakomelingen van deze Henricus zijn onder andere bekend als die van bakker Koekkoek uit Loenen. Zijn kleinzoon Hendricus van de achtste generatie had daar een bakkerswinkel.

Uit dit huwelijk:
1. Gradus, volgt VIIo.
2. Willem, geb. Beekbergen 28 dec. 1837, overl. Voorst 28 mei 1854.
3. Hermina, geb. Voorst 31 juli 1942, overl. Voorst 28 jan. 1872.
4. Antonius, geb. Voorst 4 april 1845.
5. Grada, geb. Voorst 20 sept. 1848, overl. ald. 10 juli 1864.
6. Bernardus, geb. Voorst 9 juni 1851, overl. ald. 7 maart 1852.
7. Bernardus, geb. Voorst 16 juni 1854, landb. overl. Voorst 27 sept. 1889, tr. Brummen 3 april 1880 Hendrika Beekman, geb. Brummen 18 mei 1847, dr. van Hendrikus Beekman en Hendrika Jansen.

VIIo. Gradus Koekkoek, geb. Beekbergen 30 nov. 1835, bakker, overl. Loenen 8 april 1889, tr. Rheden 22 jan. 1870 Hendrika Johanna Huiskamp, geb. Dieren 20 okt 1839, overl. Loenen 8 feb. 1932.

Uit dit huwelijk:
1 . Henrica Gesina, geb. Loenen 25 maart 1871, overl. Apeldoorn 11 dec.1902, tr. Apeldoorn 25 april 1901 Cornelis Maria Vloon, geb. Apeldoorn 7 okt. 1876, banketbakker, zn. van Willem Vloon en Wilhelmina Huberdina IJsseldijk.
2. Gerharda Maria, geb. Loenen 20 jan. 1873, geprofest Tilburg 31 juli 1901 als zuster Nicodème, overl. Amsterdam 27 okt. 1957.
3. Hendrikus Antonius, volgt VIIIq. (Zie hoofdstuk 21)
4. Maria Gesina, geb. Loenen 29 dec. 1876, overl. Maastricht 18 jan. 1957, tr. 12 sept. 1904 Henri Gerardus Everardus van Mastrigt, geb. Arnhem 2 jan.1876, meubelmaker, overl. Sittard 23 april 1967, zn.van Everard van Mastrigt en Carolina Hendrika Bramina Dijkman.

Uit dit huwelijk:
a. Everardus Gerardus Cornelis van Mastrigt, geb. Veendam 24 sept. 1906.
b. Henrica Gerarda Maria van Mastrigt, geb. Veendam 19 jan. 1909.
c. Carolina Georgine Maria van Mastrigt, geb. Maastricht 6 juni 1912.
d. Maria Gerarda Hendrika van Mastrigt, geb. Heer (L) 27 juli 1914.
e. Gerarda Henrica van Mastrigt, geb. Heer (L) 11 aug. 1916.
f. Henri Gerardus van Mastrigt, geb. Heer (L) 28 april 1918.

5. Maria Wilhelmina, geb. Loenen 6 april 1876, geprofest Tilburg 2 feb.1903 als zuster Calliste, overl. Utrecht 13 juli 1943.
6. Johanna Wilhelmina, geb. Loenen 17 maart 1880, overl. Venlo 1 april 1915, tr. 12 oktober 1912 Apeldoorn, Carel Bruens geb. 18 december 1886 overleden 20 augustus 1971.

VIm. Frederik Koekkoek, geb. Epe 9 nov. 1811, landbouwer, overl. Epe 19 okt. 1878, tr. Epe 9 mei 1835 Johanna Harleman, geb. Oene 22 feb. 1807, overl. Epe 21 nov.1872, dr. van Johannes Harleman en Joanna Jans.

In een opgave van de gemeente Epe van 7 december 1848 wordt Frederik Koekkoek genoemd als “buitengewoon veldwachter” in het dorp Epe.
De buitengewoon veldwachter werd benoemd door de gouverneur van de provincie, later de Commissaris des Konings, op verzoek van de gemeente of van een particulier persoon (meestal een grootgrondbezitter). In dat laatste geval werd overigens het advies van de gemeente ingewonnen.
De buitengewoon veldwachters hadden opsporingsbevoegdheid en konden een proces-verbaal opmaken. Meestal zagen ze toe op het verbod om op bepaalde plaatsen veldplaggen of poffen te steken of met schapen te weiden binnen oude bestaande doelen.
(een pof is een vierkant brok veengrond dat van de oppervlakte gestoken wordt, daarna gedroogd en als turf gebruikt).
Soms werd aan een buitengewoon veldwachter vergunning verleend om op schadelijk wild te jagen. Maar ook voor andere objecten werd het wenselijk geacht iemand een bepaalde opsporingsbevoegdheid te geven; zo werd in 1848 een buitengewoon veldwachter benoemd voor het Apeldoorns kanaal.
In december 1886 verschijnt er een “Instructie voor de Buitengewone Gemeenteveldwachter in de Provincie Gelderland.” Artikel 5 luidt: Zij zullen zich ten allen tijde moeten doen kennen als ijverige en voor hunne betrekking geschikte personen. Ongehoorzaamheid, slecht gedrag of misbruik van sterken drank zullen, naar bevind van zaken, schorsing of ontslag ten gevolge hebben”.

Uit dit huwelijk:
1. Gerrit, volgt VIIp.
2. Johanna, geb. Epe 29 jan. 1840, overl. Epe 28 feb. 1886, tr. Epe 30 jan.1875 Martinus Bourgonje, geb. Epe 23 juli 1849, landb., zn. van Johannes Bourgonje en Johanna Wierinks.

Uit dit huwelijk:
a. Frederika Bourgonje, geb. Epe 21 juli 1876.
b. Johannes Gerardus Bourgonje, geb. Epe 31 aug. 1881.
c. Johannes Frederikus Bourgonje, geb. Epe 28 juli 1883.
d. Theodorus Johannes Bourgonje, geb. Epe 15 mei 1888.
e. Martinus Bourgonje, geb. Epe 21 dec. 1890.
f. Albertus Bourgonje, geb. Epe 22 maart. 1893.
g. Hein Bourgonje, geb. Epe 22 maart 1896.
h. Johannes Theodorus Bourgonje, geb. Epe 26 feb. 1899.
(Vermeld dient te worden dat Johanna Koekkoek reeds voor haar huwelijk een kind had. De naam was eveneens Johanna Koekkoek; geboren Epe 09-02-1874, overleden Epe 11-11-1880)

3. Hermina, geb. Epe 30 okt. 1842, overl. Epe 11 jan. 1908, tr. Epe 30 jan. 1875 Gerhardus Weultjes, geb. Epe 8 april 1839, landb., overl. Epe 14 jan. 1917, zn. van Willem Weultjes en Berendina de Haan.
4. Johanna Rosa, geb. Epe 3 sept. 1844, overl. Loenen 8 juni 1898.

VIIp. Gerrit Koekkoek, geb. Epe 19 maart 1836, landb., overl. Loenen 14 feb. 1896, tr. 1e  Apeldoorn 11 jan. 1868 Gerdina Alferink, geb. Apeldoorn 25 aug. 1841, dr. van Hermanus Alferink en Reinira Mulder; tr. 2e Apeldoorn 11 nov. 1874, Alberdina
Elisabeth Brom
, dr. van Jan Brom en Elisabeth Steenman.
Uit het 1e huwelijk geen kinderen.
Uit het 2e huwelijk:
1. Johanna Frederika, geb. Loenen 25 juni 1876, overl. Doesburg 10 jan 1959, tr. Apeldoorn 8 juni 1901 Johannes Jansen, geb. Heteren 17 sept. 1881, overl. Rheden 18 feb. 1935, zn. van Marinus Jansen en Maria Louvet.

Uit dit huwelijk:
a. Martin Gerhard Jansen, geb. Velbert(Dld) 5 feb. 1903.
b. Johan Albert Jansen, geb. Velbert 14 sept. 1905.
c. Elisabeth Maria Jansen, geb. Velbert 1 sept. 1908.
d. Wilhelm Heinrich Jansen, geb. Velbert 3 juni 1915.

2. Gerardus Johannes, geb. Loenen 28 okt. 1978.


Uit de familie
Johannes Koekkoek en de vestiging van een Koekkoekstak in Laren NH.
In Laren NH aan de Brink, hoek Kerklaan-de Rijt, staat een riant huis, genaamd “Werk en Rust”. Dit huis is de bakermat van de “Larense Koekkoeks”.
Johannes (Jan) Koekkoek (VIk.) geboren op 15 januari 1808 te Vaassen, vestigde zich omstreeks 1840 in Laren. Waarom in Laren NH.
Over de reden daarvan valt niets met zekerheid te zeggen. Wel een interessante theorie.
Een zekere Jan Versteeg, gewezen veldwachter, geboortig uit Epe, beheerde een logement op de Larense Brink onder de naam de “Hessenkar”. Hij had die naam gekozen, omdat vele hessenkarren uit Westfalen bij hem stopten en de voerlui bij hem overnachtten. Deze “Duitslui” waren de wolleveranciers voor de lakenfabrikanten in Naarden. Voordat zij weer huiswaarts keerden, rustten zij eerst een paar dagen uit in de “Hessenkar” van Jan Versteeg. Bekend in de Gooise Heide zijn daarom de “hessenwegen”.

Huis “Werk en Rust” te Laren (NH) van Jan Koekkoek (VIk.)


Op zekere dag komt in Laren een hessenkar aan en tussen de wolbalen verstopt treft men daar een zekere Joachim Christoph Hamdorff aan, een zoon van de familie Hamdorff uit Westfalen, van beroep schrijnwerker. Omdat deze Joachim zijn militaire dienstplicht moest gaan vervullen en hij daar helemaal niets voor voelde, ging hij op aanraden van een vriend, een zoon van een wolleverancier, illegaal verstopt tussen de wolbalen de grens over. Aldus arriveerde hij bij de “Hessenkar” van Jan Versteeg.
Op aanraden van de familie Versteeg vestigde de jonge Hamdorff zich als schrijnwerker of wagenmaker in Laren. Later trouwde zijn zoon Wouter met Antje, de dochter van Jan Versteeg.
Zo werd Wouter Hamdorff kastelein-wagenmaker en zijn twee zonen werden zowel wagenmaker als logementhouder.
Jan Versteeg kwam nog wel eens in Epe en kende daar de familie Koekkoek. Op zekere dag zal hij Jan Koekkoek ontmoet hebben die in een molen werkzaam was en daar tevens als radmaker dienst deed. Mogelijk heeft Jan Versteeg Jan Koekkoek geadviseerd naar Laren te komen. Jan Koekkoek heeft dit gedaan en zich aldaar verder als schrijnwerker bekwaamd. Vermoedelijk heeft hij de schrijnwerkerij of wagenmakerij van de familie Hamdorff overgenomen, aangezien deze alleen met stalhouderij en logement verder ging. Dit logement zou later uitgroeien tot het befaamde hotel “Hamdorff “.
Jan Koekkoek heeft eerst zijn bedrijf gevestigd in het pand op de hoek van de Brink tegenover café “Het Bonte Paard”, waar nu restaurant “Mauve” zetelt. In hetzelfde pand woonde ook Krelis Majoor, de brievengaarder.
Is het toeval of niet, dat Gerrit (Gerardus), de zoon van Jan Koekkoek, later getrouwd is met Jansje, de dochter van Krelis Majoor? De familie Majoor die tot voor kort nog vlak bij dit pand woonde, heeft bevestigd dat zij nog met gereedschap van de familie Koekkoek heeft gewerkt.
Later bouwde Jan Koekkoek dus het prachtige huis “Werk en Rust” waarin hij zich met zijn gezin vestigde. Jan Koekkoek trouwde in Laren op 1 juli 1841 met Johanna Kops Tijlleman, afkomstig uit Apeldoorn. Uit dit huwelijk werden 9 kinderen geboren, waaronder Hermanus Bernardus (VIIk.) die naar Ouderkerk a/d Amstel trok, Gerardus (VII.l.) die voor nageslacht in Laren zorgde, Nicolaas (VI.m.) stamvader van de “Amsterdamse” tak, Frederica (VIk.7) begijn in het Amsterdamse Begijnhof en Franciscus (VIIn.) die zich vestigde in Den Haag.
Jan Koekkoek en zijn vrouw stierven beiden in 1871. De vier jongste kinderen waren nog minderjarig en werden onder voogdij geplaatst. Het huis werd verkocht aan de vader van de bekende Larense schilder Toon de Jong.

Franciscus Koekkoek en zijn gezin.
Of:
De trieste geschiedenis achter een bidprentje.


Een bidprentje van een zekere Maria Johanna Koekkoek heeft enige jaren geleden ertoe geleid dat iets meer bekend geworden is van Franciscus (Frans) Koekkoek en zijn gezin. Frans was de jongste zoon van de hier boven beschreven Jan Koekkoek en Johanna Kops Tijlleman.
Het bidprentje vermeldde dat Maria Johanna Koekkoek op 22 maart 1906 op 16 jarige leeftijd was overleden in het R.K. Meisjes-Weeshuis te Delft.
Wie was deze Maria Johanna? Haar bidprentje kwam weliswaar voor in de collectie van de familie. Enige verwantschap was echter nog niet aangetoond. Wel was bekend dat een oom van onze grootvader Johannes Gerardus Koekkoek (VIIIn.) Franciscus genaamd, naar Den Haag vertrokken was.
Franciscus Koekkoek (VII.n.) werd op 10 september 1856 te Laren NH geboren en trouwde met een zekere Carolina (Lena) de Kruif. Ook was bekend dat zij een dochtertje hadden, Johanna Maria, geboren te Den Haag op 10 maart 1887 en aldaar overleden op 19 september 1896.
Er was nooit veel aandacht besteed aan de tekst op het bidprentje van deze Johanna Maria, maar de woorden “dierbaar zusje” zette ons navorsers aan het denken. Zou het weesmeisje Maria Johanna dit zusje zijn geweest?
De Gemeentelijke Archiefdienst te Delft leverde het bewijs. De overlijdensakte no. 158 van 24 maart 1906 vermeldt namelijk dat Maria Johanna een dochter was van Franciscus Koekkoek en Lena de Kruif! Nieuwsgierig geworden werd verder gezocht. Wanneer was zij in het weeshuis opgenomen? Haar vader Frans was reeds op 22 maart 1896 op 39 jarige leeftijd overleden, maar wanneer haar moeder gestorven was, was nog onbekend. In ieder geval te Delft, want dat vermeldde de overlijdensakte van Maria Johanna. Onderzoek te Delft leverde de datum op: 17 juli 1902. Op 17 juli 1902 werd Maria Johanna dus een weeskind. In de collectie van de Gemeentelijke Archiefdienst van Delft bevindt zich ook het Archief van het R.K. Meisjes-Weeshuis. Het Register van Weesmeisjes (periode 1844-1927) vermeldt het volgende:
“Maria Johanna Koekkoek, geboren: ‘s-Gravenhage 30 juli 1889.
Opgenomen in het huis: 22 juli 1902.
Overleden: 22 maart 1906”


Maria Johanna had precies 3 jaar en 8 maanden in het Weeshuis doorgebracht. Wij realiseren ons nu dat zij een volle nicht van onze grootvader Johannes Gerardus was. Toen Maria Johanna overleed was opa bijna 30 jaar oud. Oud genoeg om haar gekend te hebben. Maar opa heeft vrijwel nooit over zijn oom, tante en nichtjes gesproken. De enige verklaring die hiervoor gevonden kan worden is dat na het vertrek van Franciscus uit Laren het contact langzamerhand moet zijn verbroken. Bovendien waren rond de eeuwwisseling – met uitzondering van Maria Johanna – Franciscus, zijn vrouw Lena en de andere kinderen reeds overleden.
Uit het onderzoek bleek verder nog dat het echtpaar Koekkoek-De Kruif nog een derde dochter had: Lena, geboren op 17 maart 1892 te Den Haag en gestorven aldaar op 17 mei mei 1895. Op 30 juli 1895 volgde nog een doodgeboren kind. Een trieste geschiedenis.

Frans-Olav Koekkoek